Lijfspreuk

"Tuinieren is de meest therapeutische, ecologische en opstandige daad
die je voor jezelf, je gezin en de maatschappij kan verrichten"
(Filip Muylle - Bliss)

zaterdag 23 december 2017

Waar komt het woord moestuin vandaan?

De oorsprong van het woord moestuin

Bij het woord moestuin denk iedereen spontaan aan groenten, maar kruiden en fruit horen daar ook bij. Het gaat immers allemaal om planten die iets eetbaars leveren. Waarom noemt men een groententuin eigenlijk een moestuin?

Het woord moes betekende oorspronkelijk spijs of voedsel in het algemeen. Omdat men meestal een soort brij van graangewassen of andere planten at verwees moes in de 10de eeuw specifiek naar fijngehakte of fijngekookte planten. Er werden toen immers nog veel groenten en kruiden uit het veld of de berm geplukt. Omdat die planten nooit rauw werden gegeten maar wel eerst werden gekookt om ze tot brij of pap te kunnen omvormen werd dit plantenvoedsel geleidelijk aan warmoes genoemd, de samenstelling van warm en moes. Veel later, in de 15de eeuw werd het woord warmoes gebruikt voor groente als gewas, dus geteelde groenten.

Naast geplukte planten uit de natuur at men bij de Germanen ook geteelde inheemse groenteplanten zoals wortelen, rapen, bieten en tuinbonen. Vanaf de middeleeuwen begon men ook steeds meer uitheemse planten als groenten te telen die via monniken en kruisvaarders naar Europa werden meegebracht.  Ze kwamen in de kloosters en de kastelen terecht. De verantwoordelijke van de groentetuin van een kasteelheer werd logischerwijze warmoezenier genoemd. Vele eeuwen later ontstond hieruit het woord moestuin. Het betekent dus eigenlijk ‘de plaats waar planten gekweekt worden om er later warm voedsel mee te maken’. Smakelijk eten iedereen! :-)

In de moestuin (De warmoezenierster) - Schilderij van Anton Mauve - 1886

zondag 26 november 2017

De Aziatische hoornaar en de Europese hoornaar herkennen

De Aziatische hoornaar vs de Europese hoornaar vs de honingbij vs de Duitse wesp. Het is van belang deze soorten te herkennen en te onderscheiden.

Deze week is het eerste nest van de Aziatische hoornaar ontdekt in Vlaanderen. Die is ongevaarlijk voor de mens maar eet wel inheemse insecten zoals de honingbij. Ga echter niet meteen in paniek alle insecten doodmeppen die je tegenkomt!
Leer eerst de onschuldige Europese hoornaar onderscheiden van de Aziatische via deze foto en de uitleg hieronder.

  • Onze inheemse Europese hoornaar is groter dan de Aziatische.
  • De Europese hoornaar heeft een geel en zwart op achterlijf; de Aziatische is bijna volledig zwart.
  • De Europese hoornaar heeft rode poten, de Aziatische heeft zwarte poten met gele uiteinden.
  • De Europese hoornaar heeft veel rood aan de kop en het borststuk, de Aziatische heeft geen rood op zijn lijfje.

Verspreid deze informatie bij je vrienden en kennissen want teveel mensen hebben de voorbije zomer onschuldige Europese hoornaars doodgemept. Dat mogen we de natuur niet aandoen. Die heeft al genoeg te lijden onder de invloed van de mens.


donderdag 26 oktober 2017

Terracotta bloempotjes als winterschuilplaats voor oorwormen

Terracotta bloempotjes als winterschuilplaats voor oorwormen en tegelijk een mooie tuindecoratie waar je je eigen creativiteit kan gebruiken

Maak winterschuilplaatsen voor de oorwormen door kleine terracotta bloempotjes met hooi of stro ondersteboven op je kastanjehek of een andere afsluiting te plaatsen.

De oorworm is namelijk de natuurlijke vijand van bladluizen, wollige bloedluizen en mijten. Daarnaast eet de oorworm ook larven en eieren van andere insecten die plagen kunnen veroorzaken in je tuin. Je kan de potjes ook ophangen aan lage takken van je bomen. Zorg dan wel dat de potjes niet kunnen.

Geef toe, die stenen bloempotjes zorgen ook nog eens voor een prachtige decoratie in je ecotuin!

maandag 18 september 2017

Saus maken van je tomatenoverschot

Tomatensaus met kruiden, passata, oogst

Als je tomaten kweekt is het resultaat dikwijls alles of niets. Lukt alles, dan kan je meteen een grote hoeveelheid sappige tomaten oogsten die eigenlijk te groot is om in één keer te gebruiken. Verse tomaten bewaren kan echter maar voor een week bij een temperatuur tussen 12 en 16° C. Om langer te bewaren moet je op zoek gaan naar een andere methode.

Wij verwerken ons oogstoverschot liefst tot een saus van gekruide halve tomaten uit de oven, een alternatieve vorm van passata. Als de gehalveerde tomaten uit de oven zijn gekomen en zijn afgekoeld doen we ze in een grote zeef om ze met een houten lepel te pletten. Ook gebruiken we vaak een passe-vite of roerzeef. Het resultaat is een lekker gekruide tomatensaus die we invriezen om in de winter te gebruiken als basis voor de meest uiteenlopende gerechten. Het volledige recept van onze saus op basis van in de oven gedroogde tomaten staat hieronder.

Tomatensaus met kruiden, passata, oogst bewaren, passe-vite, roerzeef

Ingrediënten (voor 500 ml saus)
  • 1,5 kg rijpe tomaten
  • 3 teentjes knoflook – fijngesneden
  • Enkele takjes tijm
  • Enkele takjes marjolein
  • 2 el olijfolie
  • Zeezout
  • Versgemalen peper
Recept

Verwarm de oven voor op 180 °C. Snij de tomaten in twee helften. Leg ze op een bakplaat met de snijkant naar boven. Strooi er de fijngesneden knoflook en de kruiden over. Besprenkel alles met de olijfolie. Gebruik veel zout en peper om goed op smaak te brengen.

Zet de bakplaat ongeveer een uur in de oven. Soms is het nodig om ze wat langer in de oven te laten want de tomaten moeten helemaal zacht zijn en aan de bovenkant moeten ze beginnen karamelliseren.

Laat de tomaten nog een halfuur afkoelen en pureer ze dan met een houten lepel door een grote zeef. De restjes schil en zaadjes gooi je in de vuilnisbak. Je kruidige saus is klaar om te worden ingevroren.

Tomatensaus met kruiden, passata, oogst bewaren, passe-vite, roerzeef, in de oven gedroogde tomaten

dinsdag 29 augustus 2017

Schade van de buxusmot herkennen

Schade door rups van de buxusmot herkennen voorkomt dat je ze met gif moet bestrijden. Zowel de vlinder of mot, de rups of larve, de uitwerpselen, de pop en de eitjes kan je op je buxus zien.

Net zoals zoveel mensen hebben wij ook buxus in onze tuin. Bij toeval ontdekten we vreemde vraatsporen op één van onze buxusplanten. Er waren halvemaanvormige hapjes uit een aantal blaadjes genomen. De buxusmot indachtig hebben we de buxusstruik aan een grondig onderzoek onderworpen en wat bleek tot onze verbijstering? Er zaten rupsen in van de buxusmot!
Volgens de website van Natuurpunt waren dat de eerste gesignaleerde rupsen in Brugge. Na het plukken (en invriezen) van de rupsen hebben we het struikje ingepakt in insectengaas om de situatie te kunnen opvolgen.

Schade door rups van de buxusmot herkennen voorkomt dat je ze met gif moet bestrijden. Zowel de vlinder of mot, de rups of larve, de uitwerpselen, de pop en de eitjes kan je op je buxus zien.

Aangezien er zogezegd nog geen buxusmotten zaten in Brugge vroegen we ons af hoe die bij ons gekomen waren. Langs de andere kant hebben we de rupsen maar ontdekt omdat we toevallig eens met onze neus op de struik zaten. Misschien waren er dus nog onbekende kolonies in Brugge. We zijn dan op onderzoek uitgegaan om de buxussen in het openbaar groen in de buurt van ons huis te checken. Ook daar vonden we op minimale schaal vraatsporen. Rupsen hebben we daar nog niet gevonden maar wel een pop.

Pop buxusmot. Schade door rups van de buxusmot herkennen voorkomt dat je ze met gif moet bestrijden. Zowel de vlinder of mot, de rups of larve, de uitwerpselen, de pop en de eitjes kan je op je buxus zien.

Je kan de aantasting door rupsen van de buxusmot dus veel sneller ontdekken dan gedacht. Als je wacht tot je struik bruin is kan je niets meer redden. Je moet dus bij perfect groene buxussen op zoek naar de allereerste vraatschade. Die schade herken je aan bruine cirkelvormige of halvemaanvormige restjes van bladeren. Op de plaats waar je dit  ontdekt ga je dan intensief speuren naar rupsen in de kern van de struik, niet aan de buitenkant want daar zitten ze niet. Kleine groene keuteltjes zijn een extra aanwijzing dat er rupsen zitten of gezeten hebben. Vind je rupsen, doe ze dan in een potje en steek dat in de vriezer voor enkele dagen. Daarna kan je ze in de vuilnisbak gooien.

Schade door rups van de buxusmot herkennen voorkomt dat je ze met gif moet bestrijden. Zowel de vlinder of mot, de rups of larve, de uitwerpselen, de pop en de eitjes kan je op je buxus zien.

Schade door rups van de buxusmot herkennen voorkomt dat je ze met gif moet bestrijden. Zowel de vlinder of mot, de rups of larve, de uitwerpselen, de pop en de eitjes kan je op je buxus zien.

Als je niet meteen rupsen vindt bij de vraatsporen ga je op zoek naar een wit spinsel waar de verpopte rups of pop inzit. Het spinsel bestaat uit enkele blaadjes die aan elkaar gesponnen zijn met veel minuscule witte draadjes.

Pop in spinsel. Schade door rups van de buxusmot herkennen voorkomt dat je ze met gif moet bestrijden.

Ook als je de buxusmot zelf ziet kan je beginnen speuren naar eitjes of later uitgekomen rupsjes. De buxusmot is een nachtvlinder die wat driehoekig van vorm is en volledig wit is met een bruine rand aan de vleugels.

(c) Leo Janssen via Natuurpunt

donderdag 20 juli 2017

Winterbloemkool zaaien in juni en juli

Winterbloemkool zaaien in juni en juli

Zaai in juni of juli – liefst tussen half juni en half juli - winterbloemkool in potjes en plant ze uit in open grond om de 70 cm na een zestal weken. Dat is tussen half en eind augustus. Bedek de plantjes met insectengaas. Dat vind je de dag van vandaag bij de meeste tuincentra en bij biologische kwekers zoals Ecoflora.

Winterbloemkool zaaien in juni en juli, uitplanten eind augustus en insectengaas bovenop de kolen om te beschermen tegen koolvlieg en vooral koolwitjes tot eind november

Winterbloemkool gaat tot aan de winter blad vormen en gaat dan in rust. Tijdens de winter kan er vorstschade optreden en daarom wordt winterbloemkool soms afgedekt met plastic tot de zware vorst voorbij is. Door de vorstgevoeligheid heeft de winterbloemkool dus het meeste kans op slagen in de kuststreken West-Vlaanderen en Zeeland waar het bekende ras Walcheren vandaan komt. Door af te dekken is het echter ook perfect mogelijk om in het binnenland te kweken.

Winterbloemkool heeft graag grond met veel humus dat vocht vasthoudt, maar té natte grond is dan weer slecht. Bij zware kleigronden plant je de winterbloemkool dus best op verhoogde bedden.

Winterbloemkool ga je niet bemesten bij de aanplant. Pas als de koolgroei herstart na de winter – ergens in maart – heeft de winterbloemkool extra mest nodig in de vorm van compost. Naargelang de omstandigheden kan je de bloemkool oogsten in april of mei. Het oogsttijdstip bepalen is redelijk moeilijk want tot ongeveer twee weken vóór dat tijdstip is nog helemaal geen kool te zien. In die twee weken vormt de bloemkool zich dus heel snel. Ben je te laat met oogsten, dan zal de compacte bloemkool splitsen in afzonderlijke stengeltjes die uitgroeien tot bloemen. Vanaf april moet je dus heel regelmatig controleren of de bloemkoolvorming gestart is.

dinsdag 20 juni 2017

Bloemenweide aanleggen door de grond te verarmen

Bloemenweide aanleggen door grond te verarmen betekent aangepast maaibeheer en dus het maaisel afvoeren, bloemrijke weide, bloemrijk gazon, bloemenmengsel, arme grond

Veel ecologische tuiniers weten dat je de grond of je gazon moet verarmen om een bloemenweide te krijgen. Jaarlijks twee keer maaien is hiervoor een goede techniek omdat je zo heel wat voeding weghaalt uit je tuin. De eerste keer maai je tussen half juni en half juli. De tweede keer in september. Wat velen echter niet weten is dat het beheer van het maaisel een grote invloed heeft op de hoeveelheid voeding die je wegneemt. Slecht beheer zorgt zelfs dat er netto niets van voeding wordt weggehaald. We leggen even uit wat de beste techniek is.

Bloemenweide aanleggen door grond te verarmen betekent aangepast maaibeheer en dus het maaisel afvoeren, bloemrijke weide, bloemrijk gazon, bloemenmengsel, arme grond

Wil je de grond echt verarmen om een bloemenweide te krijgen, verwijder dan het maaisel binnen de eerste twee dagen na het maaien. Door het maaisel te laten liggen verdwijnen de meeste voedingsstoffen namelijk vanuit de afgemaaide plantendelen weer in de bodem. Die stoffen zijn vooral stikstof, fosfor en kalium. Na twee dagen is de meeste voeding uit het maaisel weer in de bodem "gelekt". Al jouw maaiwerk is dan voor niets geweest.

Laat je het maaisel langer dan twee weken liggen, dan is zoveel voeding teruggelekt dat de hoeveelheid voeding die je finaal uit de grond hebt verwijderd zelfs minder is dan de voedingsstof die jaarlijks automatisch uit de lucht op je tuingrond valt. Dit laatste verschijnsel noemt men atmosferische depositie. Die voedingsstoffen uit de lucht zijn afkomstig van de veeteelt, de industrie en het autoverkeer.

Bloemenweide aanleggen door grond te verarmen betekent aangepast maaibeheer en dus het maaisel afvoeren, bloemrijke weide, bloemrijk gazon, bloemenmengsel, arme grond

We baseerden onze tip op wetenschappelijk onderzoek van A.P. Schaffers, M.C. Vesseur en K.V. Sykora van de WUR, de universiteit van Wageningen.

Atmosferische depositie (afbeelding VMM - Vlaamse Milieu Maatschappij)

woensdag 31 mei 2017

De veelzijdige vlier



In een ecologische tuin - groot of klein - is een vlierstruik zeker op zijn plaats. In elk seizoen speelt hij zijn rol. Het begint in de lente wanneer de vlier uitbundig bloeit in roomwitte bloemschermen. Die bloemen trekken vlinders en insecten aan, bijen lijken de bloemen echter links te laten liggen. Ook voor de mens is de geur van de bloesems onweerstaanbaar lekker. Door zijn parasolvormige groeiwijze is de vlier enorm geschikt om onder te schuilen tijdens de warme zomerdagen en - sinds enkele jaren ook alsmaar vaker - tijdens de bloedhete lentedagen. Op een bepaald moment verschijnen er rond bepaalde twijgjes vlierbladluizen (Aphis Sambuci) waardoor kort daarna veel lieveheersbeestjes ze komen opeten. Ook de mezen komen er gretig op af om hun jongen te voeden.




In de late zomer en de herfst heeft  de vlier prachtig zwarte bessen die geliefd zijn bij vogels zoals de merel, het roodborstje, de lijster en de zwartkop. In de winter verliest de vlier zijn blaadjes. Het hout is zacht en het binnenste is sponsachtig. Een dode tak is daarom dikwijls hol en dat is dan weer goed voor insecten om als winterverblijf te dienen.

We mogen ook niet vergeten dat de mens lekkere vlierbessensiroop maakt en superheerlijke vlierbloesemdrank brouwt met alles wat de vlier te bieden heeft. Gezondheid!

 

zondag 30 april 2017

Paardenbloemen brengen leven in je tuin

Paardenbloemen eten of paardenbloemen thee willen wij niet maken van deze bloemen in het park maar ze zijn wel mooi

Paardenbloemen zijn heel gezond want ze bevatten heel veel nuttige stoffen. In de wortel zitten vooral voedingsstoffen, de bladeren bevatten veel vitaminen. Over de geneeskundige toepassingen van paardenbloemen zijn al verschillende teksten geschreven. Daar zal je gedetailleerde uitleg vinden. Wij willen in deze tekst het nut van paardenbloemen voor de dieren benadrukken.

De stoffen in de bloem die gezond zijn voor de mens zijn ook nuttig voor veel dieren. Varkens, koeien en  uiteraard paarden zijn daarom dol op paardenbloemen. Zij eten alle plantendelen graag. Konijnen en hazen eten de paardenbloemen even graag als onze hoefdieren. Ook eekhoorns lusten bladeren en knoppen van de plant in de lente.

Als de knoppen beginnen te bloeien zijn het de insecten die op de paardenbloemen afkomen. Bijen, hommels, zweefvliegen, vlinders en kevers voeden zich heel graag met wat de bloemen te bieden hebben. Paardenbloemen hebben een nectarwaarde en een pollenwaarde van vijf op een schaal van één tot vijf. Beter kan dus niet. Nectar levert vooral suiker terwijl pollen of stuifmeel dan weer eiwitten, vetten en vitaminen bevatten. De meest overvloedige bloeiperioden zijn van maart tot en met mei en in de herfst van september tot en met november.

Paardenbloem met bij

Paardenbloem met hommelPaardenbloem met hommel

Paardenbloem met citoenvlinder

Als de paardenbloem uitgebloeid is vormt zich eerst een zadenknop die dan langzaam verandert in een mooie witte pluizenbol. Eén pluisje bevat een paardebloemnootje, een zaadje met een hard omhulsel. Dat is moeilijk te zien omdat zo'n nootje heel erg klein is. Veel vogels voeden zich met die zaden die ze ofwel uit de knop of uit de pluizenbol halen. Het gaat over putters, groenlingen, sijzen en goudvinken. Daarom kan je ook tijdens de winter putters en sijzen in je tuin zien als je ze de piepkleine nyerzaden voorschotelt. Die lijken qua grootte een beetje op paardenbloem- en distelzaden.

Paardenbloem, pluisjes, zaden

Putter

De zaadjes die zich zo massaal verspreiden via de pluisjes zijn soms een nachtmerrie voor de tuinier. Wij lossen dit op door de paardenbloemen enkel te laten groeien op plaatsen waar de wegwaaiende pluisjes tegengehouden worden door een haag. Komen er toch enkele paardenbloemen terecht in de moestuin of siertuin, dan halen wij die er met wortel en al uit door een spitvork te gebruiken vóór er zaad gevormd wordt. Hierdoor krijg je de wortel volledig uit de grond. Een worteldeel dat afbreekt groeit namelijk heel makkelijk uit tot een nieuwe paardenbloem. Gooi de gerooide paardenbloemen niet zomaar bovenop de composthoop als je wil vermijden dat ze zich verspreiden. Zelfs als ze uit de grond gehaald zijn leven paardenbloemen nog verder en maken ze versneld zaadpluis aan terwijl ze plat op de grond liggen. Het is dus beter om ze dieper in de composthoop te steken waar het donker en warm is.

Door die snelle zadenverspreiding vergeten veel tuiniers te genieten van de paardenbloem. Probeer het gele bloemhoofdje eens van heel dichtbij te bekijken en je zal zien hoe prachtig het is. Een paardenbloem hoort echt wel thuis in een ecologische tuin.

woensdag 22 maart 2017

Klimop planten om fijn stof te verminderen

Klimop vermindert fijn stof of luchtvervuiling. Fytoremediatie betekent zuiveren met planten. Klimop is een echt zuiverende plant.

Plant klimop tegen je gevel om het fijn stof in je buurt te verminderen. Het klinkt vreemd maar het is echt waar. Op de klimopbladeren leven bacteriën die dieseluitlaatgassen afbreken. Dat is aangetoond in een onderzoek van de jonge Belgische wetenschapper Vincent Stevens. Als de klimop groeit in een stadsomgeving met veel verkeer zitten er meer van die bacteriën op de klimopplant dan in een niet-vervuilde omgeving. Die bacteriën voeden zich dus met de luchtvervuiling.
Denk er dus aan om zo snel mogelijk klimop te laten groeien tegen je gevel aan de straatkant. Overtuig ook je buren om dit te doen!
Klimop is een heel sterke plant en kan het hele jaar door geplant worden. Je hoeft echter geen planten te kopen. Klimop is heel makkelijk te stekken tijdens elke periode van het jaar. Vraag bij mensen met een oude klimop of je wat scheuten mag snoeien van de klimmende takken. Plant ze meteen in stekgrond of gewone potgrond. In de herfst kan je de scheuten dan uitplanten tegen de muur. Klimop is een bosplant. Als je gevel zuidgericht is bedek je de wortel best met een tegel of dakpan om de plant een koeler klimaat te geven.

Dat klimop muren beschadigt klopt niet. De haarworteltjes dringen niet dieper dan enkele millimeter in de steenporiën. Waar je wel mee moet oppassen is bij het verwijderen van de klimop (mocht dat ooit nodig zijn). Zomaar de levende klimop van de muur aftrekken zal inderdaad stukjes steen losmaken. Als je echter de klimop aan de voet eerst volledig doorknipt zitten de stengels die op de muur groeien zonder voeding. Na enkele weken zijn de takken en haarwortels zodanig verslapt en verdroogd dat alles makkelijk te verwijderen is zonder schade.
Klimop beschadigt ook niet de boom waar hij in groeit. Klimop is geen parasiet en neemt dus geen voedingsstoffen op van de boom. Enkel als de klimop begint te groeien in ene boom die al ziek, verzwakt of dood is, kan de klimop zorgen dat de boom bij harde wind sneller zal neervallen. Sowieso vallen zulke zieke of dode bomen om, met of zonder klimop.

Klimop trekt veel insecten aan zoals bijen, vlinders en zweefvliegen

Klimop heeft nog veel andere voordelen voor de ecologische tuin. Ten eerste eten de rupsen van de vlinder Boomblauwtje van de bloemknoppen en de jonge vruchten. Bijna volgroeide rupsen eten ook van jong blad.
De kleine bloemen van de klimop worden bezocht door bijen, vlinders en zweefvliegen. De bessen worden graag gegeten door de merels, spreeuwen en houtduiven. Merels nestelen ook graag in volgroeide klimopstruiken. De Citroenvlinder overwintert graag in de klimop. Eigenlijk is de klimop een geliefde schuilplaats voor veel dieren.

Klimop trekt veel insecten aan zoals bijen, vlinders en zweefvliegen. De rups van dit Boomblauwtje eet knoppen of vruchten van de klimop. Grotere rupsen eten soms blad.

Klimop trekt veel insecten aan zoals bijen, vlinders en zweefvliegen

woensdag 1 februari 2017

De samentuin van Spa

De buurtmoestuin van Spa is een geslaagde samentuin. Een samentuin is een stadsmoestuin waarbij vrijwilligers uit de buurt samen in een moestuin werken. Veel woorden zijn niet nodig. De foto's maken duidelijk waarom dit een prachtige moestuin is.

De samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT

Een mooie houten afsluiting met klimplanten zorgt voor een natuurlijk uitzicht. Origineel zijn de verhoogde plantenbedden met onderaan een handig platform om tijdelijk je tuinmateriaal en zaaigoed op te bergen.

De samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT

Men past de 'Drie Zusters-techniek" van de Noord-Amerikaanse indianen toe. Dat is een combinatieteelt van maïs, boon en pompoen.
Maïs zorgt voor steun voor de boon. De pompoenbladeren weren onkruid en houden vocht vast. De boon zorgt voor stikstof in de grond die de twee andere groenten gebruiken als voedingsstof.

De samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT, drie zusters teelt maïs boon pompoen

Dit type moestuinbak is goed voor dieper wortelende groenten én is handiger voor rolstoelpatiënten.

De samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT

De samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELTDe samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT, insectenhotel

De samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT, deelbibliotheekDe samentuin van Spa, potager de Spa, moestuin, stadsmoestuin, buurtmoestuin, VELT, dille, komkommerkruid

De samentuin is mooi geïntegreerd in de buurt. Zelfs de insecten kregen een eigen hotel. Als dank helpen zij de groenten tegen belagers. De tuiniers kunnen eten en uitrusten aan de tuinbank of tegelijk een boek lezen uit de deelbibliotheek. Bloeiende Dille en Komkommerkruid zorgen voor kleur in de moestuin.

maandag 16 januari 2017

De Vier van januari

De maand januari bestaat al sinds de vroeg-Romeinse tijd. Zijn naam komt van Janus, de Romeinse god van het begin en het einde, van het openen en sluiten. Hij wordt altijd met twee hoofden afgebeeld. Het ene kijkt naar het verleden, het andere naar de toekomst. Een betere god voor de eerste maand van het jaar kan er dus niet zijn.
Januari kan heel koud zijn met veel sneeuwval zoals de voorbije twee weken, maar toch gebeurt deze maand in de natuur al meer dan je denkt. Na de dooi komt het verborgen plantenleven namelijk heel snel tevoorschijn. Wie goed uitkijkt kan in januari al de eerste inheemse bloemen ontdekken.

madeliefje, bloemen in januari 

Klein Kruiskruid, bloemen in januari 

De eerste is de Vroegeling, een heel klein eenjarig plantje dat bloeit vanaf januari tot in juni. Het groeit in de tuin, het park, de straat, de berm of greppel. Zolang de locatie maar zonnig, open, zanderig en relatief droog is.

Ook het gekende Madeliefje bloeit in januari. Het is een vaste plant die eigenlijk het hele jaar bloeit, maar nu valt ze extra op tussen alle afgestorven of slapende planten. Madeliefje betekent 'weideliefje'. Het woord made komt namelijk van het Germaanse 'mado' dat weiland betekent. Ook het Germaanse woord 'mada' dat gemaaide grond betekent is ermee verwant. Het Engelse 'meadow' stamt ook duidelijk van dit Germaans af.

Een andere typische januaribloeier is het Klein Kruiskruid. Het frisgroene blad en de gele bloemetjes vallen immers heel goed op in het grauwe winterlandschap. Ook de rest van het jaar blijft het eenjarig plantje bloeien. Wie een geel bloempje van dichtbij bekijkt zal zien dat het hier eigenlijk gaat om een bundel van fijne lintvormige bloempjes of buisbloempjes die verpakt zijn in een groen omwindsel. Prachtig om te zien!

De vierde bloeier is Vogelmuur, een plantje dat iedereen waarschijnlijk kent van de moestuin. Het is een eenjarige plant die het hele jaar bloeit en die lange stengels kan maken tot zelfs 40 cm lang. De stengels groeien niet rechtop maar 'kruipen' over de grond. Zo bedekken ze dikwijls snel geschoffelde plekjes in de tuin want hun zaden kiemen heel gemakkelijk. Noem dit geen onkruid want hun kleine bloempjes zijn prachtig en de vogels vinden de blaadjes superlekker. Gooi maar eens een pol Vogelmuur bij de kippen. Je zal zien dat alles binnen de minuut wordt opgegeten. Ook voor mensen is het eetbaar, gezond en zelfs heel lekker in slaatjes, soepen en frisse dressings. Het wordt ook gebruikt in de kruidengeneeskunde bij jeuk en insectenbeten. De komende dagen worden koud maar zonnig. Ideaal om te wandelen en te gaan zoeken naar de Vier van januari